Ralph
Peters: Cain at Gettysburg.
In
februari 2012 verscheen de historische roman Cain at Gettysburg, geschreven door de in 1998 afgetreden luitenant
kolonel van de Amerikaanse strijdkrachten, Ralph Peters. Tegenwoordig is Peters
journalist en zeer succesvol auteur. Zo kwam zijn roman The War After Armageddon uit 2009, op de New York Times bestseller
lijst te staan.
Zoals
de titel al doet vermoeden is dit een roman over de slag bij Gettysburg tijdens
de Amerikaanse Burgeroolog. Deze slag, de grootste en bloedigste van de
gehele oorlog, werd uitgevochten tussen 1 en 3 juli 1863. Zo’n 150.000
noordelijke en zuidelijke soldaten vochten het in de hitte van juli uit tussen
de rotsen, in de bossen en op de uitgestrekte velden van Pennsylvania. In drie
dagen tijd vielen er naar schatting zo’n 52.000 slachtoffers. Gettysburg is
voor Amerikanen wat Waterloo voor ons Europeanen betekent. Misschien nog wel
meer zelfs. Want het was Abraham Lincoln die vier maanden later in zijn korte
rede, Amerika een bijna nieuwe identiteit gaf, een land waar daadwerkelijk iedereen vrij kon zijn. Helaas zou het nog meer dan honderd jaar duren voordat er van dit idee iets terecht kwam.
De
slag bij Gettysburg is één van de meest beschreven onderwerpen in Amerika. Er
zijn dan ook genoeg romans te vinden over deze vreselijke slag. De meest
bekende en geliefde is die van Michael Shaara, genaamd: The Killer Angels die in 1975 de Pullitzer Prijs voor fictie werd toegekend.
Cain at
Gettysburg
lijkt in vele opzichten op The Killer
Angels. Het verhaal wordt vanuit het oogpunt van een aantal belangrijke
officieren verteld. Aan de kant van het zuiden komen de generaals Robert E. Lee
en James Longstreet aan het woord, net zoals in The Killer Angels. Maar ook een aantal minder bekende officieren en
stafleden. Bij het noorden vinden we George Gordon Meade terug, die het bevel voerde
over het Noordelijke leger van de Potomac. Maar ook John Reynolds, Winfield
Scott Hancock, en een opmerkelijke keuze, generaal Włodzimierz Krzyżanowski,
een Pools immigrant. Aan beide kanten vinden we ook fictieve personages terug,
die veelal de rol van de “gewone” soldaat vertolken.
Peters
geeft in zijn nawoord aan dat zijn roman is gebaseerd op The Killer Angels. Je kunt je daarom afvragen waarom hij het boek
heeft geschreven. The Killer Angels
zal voor veel mensen, en zeker voor mij persoonlijk, altijd de beste roman over de Amerikaanse
Burgeroorlog blijven. Maar Peters is er wel in geslaagd de verschrikkingen van
de oorlog te schetsen, waar The Killer
Angels dat misschien nalaat. In Cain
at Gettysburg ligt in elk hoofdstuk de focus op een ander personage en
zijn aanwezigheid op een bepaald moment tijdens de veldslag. Dit zorgt ervoor
dat je als lezer als het ware over het hele slagveld wordt meegesleurd. Dit
maakt het boek afwisselend en dus prettig om te lezen.
Wat
mij bijzonder aanspreekt is de manier waarop Peters de actie beschrijft. Hoewel
hij tijdens zijn dienstjaren nog nooit in een gevecht is geweest, heeft Peters
een duidelijk en realistisch beeld van hoe gevechten tijdens de Amerikaanse
Burgeroorlog plaatsvonden en wat het afschuwelijke resultaat er vaak van was;
iets wat wij in een “normaal” geschiedenis boek vaak niet terug zien. Op
pijnlijke wijze lees je wat rondvliegende kogels en granaatscherven met het
menselijk lichaam doen. Je wordt echt met je neus op de feiten gedrukt en er
waren momenten dat ik het boek even moest neerleggen omdat ik er simpelweg niet
vrolijk van werd. De kwetsbaarheid van het leven wordt flink blootgelegd, zeker
in een oorlogssituatie. Ik zeg dat ik er niet vrolijk van werd, niet omdat
het boek slecht geschreven is, maar vanwege het realisme. En dit is wel weer
een enorm sterk punt van het boek.
Een
ander punt waar ik zeer over te spreken ben zijn de personages en hoe zij
worden beschreven. De historische figuren komen echt tot leven. Ze worden niet
neergezet als heiligen maar als mensen met hun fouten en imperfecties. George
Gordon Meade en Winfield Scott Hancock stonden er bijvoorbeeld om bekend zo nu
en dan flink te vloeken en te tieren. Dit komt op een geweldige manier terug in
dit boek. Zeker de manier waarop Meade wordt weergegeven is razend knap. Meade
was een verbitterde, afstandelijke en ongeduldige man, en vaak waren de mensen
in zijn directe omgeving het doelwit van zijn woedeaanvallen. Iets dat Peters
feilloos heeft omschreven. Robert E. Lee had ten tijde van de slag last van
diarree, en de normaal zo evenwichtige en kalme generaal, die tot op de dag van
vandaag als de beste Amerikaanse generaal aller tijden wordt gezien, krijgt in
het boek van Peters een menselijk karakter aangemeten; iemand die ook fouten
maakt. Dit is iets waar Peters een aandachtspunt van maakt in zijn nawoord. Hij
geeft aan dat veel generaals uit de Burgeroorlog vaak tot heiligman worden
verheven door historici en schrijvers. Hij zegt het niet letterlijk maar doelt
met name op The Killer Angels, dat
inderdaad een tikkeltje romantisch is. Volgens Peters doe je deze mensen daarmee te kort.
Wat
ik verder erg interessant vind is het feit dat Peters goed laat zien welke
verschillende achtergronden Amerikanen in die tijd hebben. Ik had het al even
kort over generaal Włodzimierz Krzyżanowski, die Polen achter zich liet om in
de nieuwe wereld een beter bestaan voor zichzelf op te bouwen. Wanneer een
hoofdstuk overschakelt op Krzyżanowski denkt hij vaak terug aan zijn tijd in
Polen; de interne problemen die dan spelen, of de vele conflicten met Rusland.
Maar Peters speelt vaker met dit concept. Zo komen Ierse immigranten aan het
woord die voor het noorden vechten. Ook zij lieten hun oude leven achter, een
bestaan dat door de Engelsen vaak moeilijk werd gemaakt, in de hoop in Amerika
meer kans te maken op iets beters. Echter moeten ze nu weer vechten voor hun
plek in de wereld, tegen een elitaire plantersklasse uit het Zuiden, die zij
net zo verafschuwen als de Engelsen aan de andere kant van de oceaan. Zo is er
nog voorbeeld van een Duitse immigrant, ook vertrokken uit Europa alleen maar
om in de maalstroom van een oorlog terecht te komen.
Peters
laat hiermee duidelijk zien hoe anders de Verenigde Staten in de negentiende
eeuw is. Het is een land opgebouwd door immigranten, een land dat eigenlijk nog
weinig besef van zichzelf heeft. Amerika is op dat moment een slapende reus,
een tiener die zich net begint te realiseren dat het de hoogste tijd wordt om
volwassen te worden. Verschillende opvattingen over wat vrijheid en gelijkheid
moeten zijn botsen, en het hoogtepunt van die strijd vindt plaats tijdens de
eerste drie dagen van juli 1863.
Heel
origineel lijkt het boek van Ralph Peters in eerste instantie niet. Qua stijl
en uitvoering heeft het enorm veel weg van The
Killer Angels. Ik was in het begin ook sceptisch, want was het na het lezen
van The Killer Angels nodig om nog
een roman over Gettysburg te lezen? Wat dacht Ralph Peters te kunnen toevoegen
aan het verhaal van Gettysburg? Toch ben ik blij dat ik Cain at Gettysburg een kans heb gegeven.
Hoewel de discussies tussen Lee en Longstreet ook in het boek van Michael
Shaara uitgebreid aan bod komen, kreeg ik toch ook veel dingen te zien die
minder bekend waren, zoals bijvoorbeeld George Gordon Meade, die helemaal niet
blij is om aan het hoofd van het noordelijke leger geplaatst te worden, die
ontzettend aan zijn eigen capaciteiten als bevelhebber twijfelt. Iemand die, in
tegenstelling tot zijn voorgangers, niet zijn eigen ego voorop stelde. Ook vind
ik de puur fictieve soldaten goed geslaagd. Als je een beeld wilt krijgen van
Amerikanen uit de negentiende eeuw, en hoe zij dachten over het land waarin zij
leefden, dan is dit het perfecte boek om te gaan lezen.
Arthur,
28 juli 2012